In het spoor van Frits

Dwars door Amerika & Canada

Maar dan breekt de oorlog uit

Het is 1 september 1939 als de Duitse krijgsmacht Polen binnenvalt. Het startschot van vijf lange Europese oorlogsjaren. Frits van der Schrieck, toen 22 jaar oud, was op dat moment niet thuis in Nederland, maar zat aan de andere kant van de wereld in Amerika. Hij woonde in Washington het wereldcongres voor de vrede bij van de internationale katholieke jongerenorganisatie Pax Romana. Net tijdens dát congres breekt de Tweede Wereldoorlog uit.

Zijn plakboek van zijn Amerikareis geeft een unieke inkijk in Frits zijn reislustige leven. “Hoe ik ertoe kwam! A little man got a big idea”, zo begint het 166 pagina’s lange naslagwerk. Het is een bonte verzameling van krantenknipsels, foto’s, briefwisseling met het thuisfront en heerlijk verhalende stukken uit zijn dagboek. Hij beschrijft zijn avonturen, ontmoetingen en omzwervingen zo levendig en kleurrijk, dat je als lezer mee op sleeptouw wordt genomen. In het spoor van Frits, de gentleman-hobo. Uit eerdere reisverslagen van Rome, de Belgische Ardennen, Noorwegen, Engeland en IJsland lees je hoe onbevangen hij reisde en hoe makkelijk hij met mensen omging. Hij vertrouwde op zijn eigen intuïtie en dat liep wonderwel altijd goed af. Wat hij toen nog niet kon vermoeden, was dat zijn eigen vader Fré van der Schrieck straks opgeroepen zou worden in de nakende oorlog met Duitsland.

Van Rotterdam naar New York

Frits regelde een monsterboekje, dat elke zeevarende nodig had, nam adressen van familie en connecties mee om eventueel gebruik van te maken onderweg en vertrok op 11 juli 1939 met het Amerikaanse vrachtschip Black Hawk uit de Lekhaven in Rotterdam naar New York. Reizen met een vrachtschip was een stuk voordeliger. Of hij daadwerkelijk tijdens de overtocht heeft gewerkt, is onbekend, maar zijn monsterboekje doet vermoeden van wel.

‘Hollander who hikes’ in de krant

Als student – Frits studeerde Rechten aan de universiteit van Leiden – had hij een beperkt budget. Daarom regelde hij een perskaart bij de Haagse krant De Residentiebode. Om geld te verdienen zou hij onderweg krantenartikelen schrijven, ook over zichzelf. De Amerikaanse en Canadese radio- en krantenjournalisten publiceerden maar wat graag zijn verhalen. Hij haalde er meermaals de lokale pers – klik hier voor een overzicht – én werd er nog voor betaald ook.

 

De jonge reiziger doorkruist het land met een record brekende snelheid. Hij verliet Nederland op 11 juli, kwam aan in New York, reed met een groepje naar LA en vandaar reisde hij langs de Amerikaanse westkust richting Vancouver, Calgery en Edmonton in Canada. Inmiddels legde hij zo’n 10.000 miles af, ruim 16.000 kilometer (!)

Reizen op het Noord-Amerikaanse continent kost Frits van der Schrieck weinig moeite, aangezien hij vloeiend Engels praat. Hij spreekt ook Nederlands, Vlaams, Frans, Duits, Noors en Deens en is bedreven in Latijns en Grieks. Hij verklaart zijn talenkennis omdat het noodzakelijk en gebruikelijk was in zijn land, dat wordt omringd door zoveel verschillende landen. Alle genoemde talen zijn verplichte middelbare schoolvakken in Nederland met uitzondering van Noors en Deens.

14 augustus 1939

Lokale krant in Edmonton, Canada

Frits van der Schrieck

Met een luxeauto naar Hollywood

De avond van zijn aankomst in New York met de Black Hawk viel zijn oog op een advertentie in de krant. Een rijke dame zocht een privé-chauffeur naar Hollywood, waarop hij zonder aarzelen reageerde. Helaas: de vacature was al ingevuld, maar als passagier kon hij wél nog mee. Hij betaalde een zekere vergoeding voor de benzine en het gezelschap reed richting Californië… in een exclusieve Lincoln!

Ik had de mensen even aangekeken om te zien wat voor slag het was. Ik bleek met m’n neus in de boter te zijn gevallen. De mevrouw is hier de baas. Ze is een soort impresario voor allerlei artiesten in New York die ze naar Hollywood stuurt. Zo krijg ik daarginds misschien te zien hoe de films gemaakt worden.

Eergisteren kreeg ik een vrijkaartje voor een grote show, één van de nieuwste films met afwisselend dans en cabaret. Toen ik daarna Broadway opliep, kreeg ik pijn aan m’n ogen van het lichtgeflikker van de vele reclamelichtjes.

 

 

New York zelf heb ik nu al aardig doorkruist. Gisteren heb ik een gezellige en interessante avond meegemaakt in een klein en tamelijk arm Russisch emigrantengezin.

 

Het is eigenlijk waanzinnig als je al die hoge huizen hier ziet. Met mijn Leidse jaargenoot Allard Merens, die enkele dagen daarvoor ook in New York was gearriveerd, ging ik naar het dak van de Rockefeller building. Het aantal verdiepingen moet dicht bij de 100 liggen. Het is een druk gedoe met vele mooie dure auto’s en een wegenkaart hoort hier tot de meest noodzakelijke levensbehoefte.

Frits van der Schrieck

Brief naar het thuisfront

Treinhoppen als hobo

Onderweg ontmoette Frits veel mensen en maakte hij gebruik van allerlei soorten vervoer. Hij liftte en nam de Greyhoundbus naar Vancouver waar hij tante Virginie opzocht, een zus van zijn vader. Op de terugreis door Canada reisde hij gedeeltelijk clandestien per trein. Geïnspireerd door zijn studie- en clubgenoot Erik Hazelhoff Roelfzema, die een jaar eerder als zwerver door de Verenigde Staten trok. Van hem kreeg hij het boek The Road van Jack London: The Road is a series of tales and reminiscences of Jack London’s hobo days, een avonturenroman van de Amerikaanse schrijver. Het boek is tot op vandaag in familiebezit. Hoe dat treinhoppen er precies aan toe ging, beschrijft hij uitvoerig in zijn dagboek:

Ieder comfort, vooral je bed mis je in je harmonica, de verbinding tussen twee wagons. In Revelstoke krijgen we twee locomotieven voor de trein door het zware traject over de Canadian Rocky Mountains. Bij het station zit het hobokamp vol: het lijkt wel een sprinkhanenzwerm. Daar gaat ie weer. Mooie overgang van groen en bruingrijze rotsen naar sneeuw. Bukken! Bijna had ik gehangen aan over de rails kruisende telefoondraden. Sintels – asgruis uit de locomotief – maken me roetzwart. De stofbril, die ik me op aanraden van Erik Hazelhoff Roelfzema reeds in Nederland had aangemeten, bewijst me hier uitnemende diensten.

12 augustus 1939

Meer lezen over Frits zijn treinavontuur?

We bundelden fragmenten uit zijn dagboek in het artikel Frits als hobo in Amerika. Ontdek het nu op onze blog.

Als hobo in Amerika

Treinhoppen dwars door Canada "Reizen in een graan-, koel- of houtwagon:…

Frits van der Schrieck

Vandaag op de radio: ‘Holland roept reservisten op.’ Tot nu toe had ik nog niet gerealiseerd, dat het weer zo spannend is. Enfin, ik zal er maar niet te hard over piekeren, dat Vader onder de wapenen is. Ik zal maar kalm hier blijven, als ze in Europa te hard naar mijn zin gaan bakkeleien.

donderdag 24 augustus 1939

Frits van der Schrieck

 

Een Nederlander scheept zich eerstdaags in wegens mobilisatieoproep. Enkele anderen willen ook eerder verdwijnen.
Op de thee bij John Carmody, chef van de Working Progress Action: werkt met 3 miljoen man ter bestrijding der werkloosheid door o.a. wegenaanleg. Mr. Carmody had ’s morgens nog met Franklin Delano Roosevelt gesproken en zo hoorden we dus de allerlaatste en interessante nieuwtjes. ’s Avonds op Shoreham Terrace met de aanwezige Nederlanders Koninginnedag gevierd.

Donderdag 31 augustus

Frits van der Schrieck

“De bom is dan toch gebarsten”

Na een lange reis langs de Oostkust van Canada – hij was toen al een zevental weken onderweg – kwam Frits op 25 augustus 1939 laat New York binnen rijden. Hij mocht logeren bij de familie Byles.

Ik bel de familie op om te informeren hoe het met de voorbereidingen van het Pax Romana congres staat. En krijg ten antwoord: “Kom hierheen, we hebben een party met Peruvianen en Equadorianen tot 3 uur vannacht.” Dat was niet voor dovemansoren. Direct met de subway er naar toe. Verrekte moe. Kan slapen bij Byles.

Van daaruit reisde hij via Philadelphia naar Washington voor het Pax Romana congres, waar op 28 augustus bekend werd gemaakt dat in Nederland de mobilisatie was afgekondigd. Dat betekende dat vader Fré werd opgeroepen als militair, ook al was hij gepensioneerd. Het stond voor Frits vast dat hij naar Nederland terug ging.

Ik ben doelbewust teruggegaan naar Nederland, omdat ik dat verantwoord vond tegenover mijn familie. Mijn vader was gepensioneerd beroepsofficier  maar werd bij de reserve opgeroepen in de mobilisatietijd. Ik meende dat ik bij mijn familie moest zijn en dat ik niet in Amerika zou willen blijven. Ook wel omdat ik in Amerika niet een sfeer zag dat ze op dat moment al duidelijk partij wilden kiezen. Ik had misschien naar Canada kunnen gaan.

Frits van der Schrieck

Door heel Nederland werden soldaten geplaatst. Toch verwachtte niemand oorlog, ook Frits niet. Nederland was immers neutraal. Een krantenartikel over Frits dat op 14 augustus in een lokale krant in het Canadese Edmonton verscheen, titelde nog “Hollandse hitch-hiker meent dat oorlog geen onmiddellijke bedreiging vormt”.

Dat krantenartikel van 14 augustus 1939 werd me later vaak verweten. Ter rechtvaardiging: de visie van Fokker, die zelfs op 24 augustus nog steeds geen oorlog zag, ook de komende jaren niet. Verder dient opgemerkt dat ik vanaf begin juli zwervende was, zonder me de tijd te kunnen gunnen van de internationale ontwikkeling op de hoogte te blijven.

Frits van der Schrieck

 

Vanmorgen na de mis werd bekend: “Duitse aanval op Polen. Bombardementen op Warschau en andere Poose steden.” De bom is dus toch tenslotte gebarsten. Een Pool kreeg een ‘nervous breakdown’. We hebben een telegram aan de Maasbode gezonden. De president van het congres staat in verbinding met het ministerie van Buitenlandse Zaken. President Roosevelt gaf zelf advies het congres onveranderd te laten voortduren. Ieder in zenuwachtige spanning. Even naar Trinity College: Sister Angelica gaf me een paar krantenartikeltjes, waar ik om gevraagd had.

Vrijdag 1 september 1939

Frits van der Schrieck

De sfeer op het congres sloeg totaal om na het onheilspellende nieuws. Iedereen reageerde verslagen. De Pax Romana was immers een vredesorganisatie van katholieke studenten die in 1921 was opgericht na de eerste wereldoorlog. Het doel was het bevorderen van de internationale vrede. Het was de eerste keer dat het wereldcongres in Amerika doorging, tegen de achtergrond van oorlogsgeruchten. De deelnemers waren studenten van over de hele wereld: Duitsland, Polen, Frankrijk, Japan, Engeland, Amerika en tal van andere landen, waaronder de Nederlandse delegatie met Frits.

Met het telegram aan de Maasbode, in die tijd de belangrijkste katholieke krant, hoopten de Nederlandse congresleden hun families te bereiken. “Alle Nederlandse deelnemers maken het goed”, zo berichtte de Maasbode van zaterdag 2 september 1939.

 

Vredesafgevaardigden zetten koers richting oorlog

Heel wat afgevaardigden van het Pax Romana congres begonnen buitenlandse afvaarten te controleren om plotsklaps terug te keren naar het vaderland. Velen die militaire dienstplicht hadden, zeiden het congres vroegtijdig te willen verlaten.

De lange, 22-jarige Frits van der Schrieck, rechtenstudent in Leiden, puft vredig op een pijp in de vorm van een klomp. Verre van vredig zijn de bedenkingen die de rook vergezellen. “Ik was van plan al werkend terug te keren naar Europa, op een vrachtschip. Maar in de brief van mijn vader die net per klipper arriveerde, staat dat ik met een passagiersschip moet terugkomen in plaats van met een vrachtschip, dat door de lading problemen zou kunnen krijgen.”

The Washington Post

Zaterdag 2 september 1939

 

Zaterdag 2 september reden de overgebleven deelnemers met bussen terug naar New York, waar Frits tot en met 17 september 1939 mocht verblijven bij de familie John Farrell, 6221 Spencer Av., Riverdale. Hij was de familie dankbaar: “They nursed me when I was homeless and had to wait for the boat.” Op advies van zijn ouders vertrok Frits uiteindelijk met de Statendam, een cruiseschip van de Holland-Amerika Lijn, over zee naar Vlissingen in plaats van met de vrachtboot. “Prettige vooruitzichten”, noteerde Frits daags voor zijn vertrek droogjes in zijn dagboek, naast krantenknipsels over gezonken schepen, omgekomen matrozen en torpedojagers.

Frits vertrok op zondag 17 september vanuit New York en had, ondanks de gespannen achtergrond, een comfortabele overtocht. Hij netwerkte en ’s avonds maakte hij een dansje op het achterdek, waar ene Hans Muller op de piano speelde. Onderweg was het schip op een voorwerp gestoten, vermoedelijk een Duitse onderzeeboot.

Een week na vertrek naderde het schip de Engelse kust en moest het de Downs aandoen, een prachtig uitgestrekte baai bij de haven van Ramsgate, waar de schepen onderzocht werden op smokkelwaar. Het lange wachten in de Downs begon. Sinds het uitbreken van de oorlog had de Britse marine met grote voortvarendheid jacht gemaakt op scheepsladingen bestemd voor Duitsland. Tal van neutrale schepen lagen vele dagen voor anker voor de Britse kust. Tot de toestemming kwam om te vertrekken, vaak met beduidend minder lading in het ruim dan voorheen.

Bij aankomst in Vlissingen zag Frits zijn oom Wim uit Aardenburg, een jongere broer van zijn vader, al op de kade staan. De oom stuurde meteen een telegram naar broer Fré en schoonzus Bets, de ouders van Frits, met zijn verwachtte aankomsttijd in Den Haag. Het eindpunt van een spannende reis. Het was 5 oktober 1939.

Meer lezen over de tocht met de Statendam?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en download het artikel ‘Met de Statendam naar huis. Contrabande!’ Een relaas van een reis met hindernissen, uit de Residentiebode van maandag 9 oktober 1939.

Deel deze post

Er zijn geen reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Voer een zoekterm in en druk op Enter om te zoeken

Winkelmand